Herfst: Paddenstoelenseizoen
In Nederland komen honderden soorten paddenstoelen voor. Vooral in de herfst kleuren bossen, parken en tuinen er rijkelijk van. Paddenstoelen zijn niet alleen mooi om te zien, ze vervullen ook een belangrijke rol in de natuur: ze breken dood materiaal af en vormen voedingsstoffen voor planten. Hieronder lees je meer over enkele bekende soorten en hoe je ze kunt herkennen.
Vliegenzwam (Amanita muscaria)
De vliegenzwam is misschien wel de bekendste paddenstoel. Hij heeft een felrode hoed met witte stippen en een witte steel met ring. Je vindt hem vaak bij berken en dennen. Hoewel hij sprookjesachtig oogt, is hij giftig en dus niet eetbaar.
Eekhoorntjesbrood (Boletus edulis)
Eekhoorntjesbrood heeft een bolle, bruine hoed en een stevige, dikke steel. In plaats van plaatjes vind je aan de onderkant een sponsachtig laagje van buisjes. Deze soort is geliefd in de keuken, maar verwarring met giftige boleten is mogelijk, dus plukken vereist veel kennis.
Geschubde inktzwam (Coprinus comatus)
Deze paddenstoel is langwerpig, wit en bedekt met schubjes. Naarmate hij ouder wordt, verandert hij in een zwarte, inktachtige massa. Hij groeit vaak in grasvelden of langs wegen. Jonge exemplaren zijn eetbaar, maar moeten direct na het plukken worden bereid.
Tonderzwam (Fomes fomentarius)
De tonderzwam herken je aan zijn hoefvormige, harde structuur. Hij groeit als een soort schelp tegen boomstammen, meestal op berken en beuken. Eetbaar is hij niet, maar vroeger werd hij gebruikt om vuur mee te maken.
Gele knolamaniet (Amanita citrina)
Deze soort lijkt onschuldig met zijn lichtgele tot witte hoed, maar is giftig. Hij heeft een ring en een knolvormige voet, wat hem herkenbaar maakt. Verwarring met eetbare soorten komt regelmatig voor.
Grote parasolzwam (Macrolepiota procera)
Deze zwam kan indrukwekkend groot worden. Hij heeft een lange steel met een slangenhuidachtig patroon en een brede hoed die zich als een parasol opent. Hij is eetbaar en populair in de keuken, mits correct herkend.